werelddoel #14

Gezonde oceanen, zeeën en rivieren

Verder

De oppervlakte van de aarde bestaat voor een heel groot deel uit water: ongeveer 70%! En ook in Nederland heeft bijna iedereen wel een rivier, vijver of slootje in de buurt. Op een zonnige dag gaan we massaal zwemmen, varen en vissen en komen toeristen naar onze stranden toe.

Zonder water zou er geen gezonde lucht zijn. Oceanen nemen veel CO2 op en zorgen voor een groot deel van onze zuurstof. En wist je dat 90% van alle handel via het water gaat?

Maar over de hele wereld wordt dat water steeds minder schoon. In de oceanen zwerft een enorme hoeveelheid plastic soep. Daar worden veel dieren de dupe van: die zien het verschil niet tussen plastic en eten. Er worden steeds meer dode dieren gevonden met een buik vol plastic. En bijvoorbeeld schildpadden raken snel verstrikt in stukken plastic. Sommige zeeën worden door mensen bijna leeggevist. Het aantal dieren in het water neemt af. En zwemwater is lang niet altijd schoon en veilig meer.

De biodiversiteit in de Noordzee staat onder druk: hoeveel dieren en planten daar leven dus. Oceanen, zeeën en rivieren moeten schoongemaakt en beschermd worden. Ook moet er gewerkt worden aan de duurzaamheid van de visserij. Voor de vissen en de andere dieren die vis eten en dus ook voor onszelf!

Hoe scoort Nederland op dit werelddoel?

  • 1/3
    Het aantal dieren (ook vogels) dat leeft in het offshore gedeelte van de Noordzee, nam tussen 1990 en 2015 met bijna 35% af. Offshore betekent ‘niet aan de kust’. Bron: CBS
  • 2/3
    De clean water index van het Nederlandse kustwater is 59,5. Een score van 100 betekent ‘helemaal schoon’. In 2021 was dit nog 59,8. Bron: CBS
  • 3/3
    Van zes belangrijke vissoorten die we uit de Nederlandse wateren vissen om op te eten, worden er drie duurzaam gevangen. Dat betekent dat er van die vissen genoeg overblijven. Drie soorten die onvoldoende scoren, zijn de kabeljauw, tong en koolvis. De andere drie zijn haring, schol en schelvis. Bron: CBS

‘Dat de zee zo belangrijk is, wist ik niet’

Abel uit Amsterdam is kinderambassadeur van Werelddoel 14: gezonde oceanen, zeeën en rivieren.
  • Waarom is dit doel zo belangrijk?
  • ‘Toevallig hebben wij een strandhuisje, ik ben dus vaak bij de zee. Gelukkig op een strand dat regelmatig wordt schoongemaakt. Voordat ik kinderambassadeur werd, wist ik wel van de plastic soep. Ik wist ook dat sommige stranden zo vervuild zijn dat ze niet meer toegankelijk zijn. Maar dat de zee zo belangrijk is, wist ik niet. Doordat het water opwarmt, gaat het minder goed met plankton. Maar plankton haalt broeikasgas uit de lucht én geeft zuurstof af.’
  • Wat kan iedereen zonder moeite doen voor dit werelddoel?
  • ‘Af en toe afval van straat oprapen en weggooien. Gooi elke dag iets van een ander in de prullenbak, dat maakt al veel uit. En spreek mensen er vriendelijk op aan als je ziet dat ze iets op straat gooien.’
  • Zie je dat vaak?
  • ‘Ja. In de school, op het schoolplein… Ik vind dat jammer. Mensen beseffen dus niet wat voor gevolgen dat kan hebben. Ik zeg er wel wat van, maar de meesten trekken zich er niks van aan.’
  • Hoe krijgen we mensen wél in actie?
  • ‘Er moet duidelijk worden gemaakt wat de directe gevolgen zijn van milieuvervuiling. Met heftige filmpjes bijvoorbeeld. Die zijn er al, maar je gaat ze niet voor de lol kijken. Ze moeten dus voorgeschoteld worden, in een campagne. En dan kan iemand er iets bij vertellen. Die beelden van dieren verstrikt in plastic en vervuilde stranden, die zijn echt naar. Dat hebben wij mensen gedaan. Dat komt echt wel aan.’