werelddoel #11

Leefbare, duurzame steden

Verder

Van alle mensen op de wereld woont meer dan de helft in en om een stad. In het kleine Nederland is dat zelfs veel meer. Best logisch: in een stad wonen is lekker handig, met veel werk, scholen, winkels, restaurants en altijd andere mensen in de buurt.

Maar niet alles aan in de stad wonen is leuk. Zo is er meestal veel verkeer, dat zorgt voor gevaar en voor vieze lucht waarin veel fijnstof zit: roetdeeltjes bijvoorbeeld. Gelukkig houdt Nederland zich goed aan de Europese afspraken over de maximale hoeveelheid fijnstof in de lucht. Er is ook niet altijd genoeg natuur dichtbij voor mensen die soms even weg willen uit de drukte. En doordat zoveel mensen in een stad willen wonen, zijn de huizen daar voor veel mensen te duur.

In 2030 zullen naar schatting zes op de tien mensen op de wereld in een stad wonen. Dat zorgt voor spannende uitdagingen. Hoe bouw je nieuwe huizen die niet te veel ruimte innemen? En die niet te duur zijn? Hoe zorg je voor minder en schoner verkeer? En hoe zorg je dat kinderen in alle wijken veilig kunnen spelen? Van Rotterdam tot Rio: er is werk aan de winkel!

Hoe scoort Nederland op dit werelddoel?

  • 1/4
    De stad wordt steeds minder geschikt als broedplek. Van 83 soorten typische stadvogels zijn tussen 2007 en 2020 de aantallen met ruim vijf procent afgenomen. Bron: CBS
  • 2/4
    Omdat er steeds meer mensen in Nederland zijn, wordt de ruimte per inwoner kleiner. Nederland is na Malta het dichtstbevolkte land van Europa. Bron: CBS
  • 3/4
    Tussen 2014 en 2021 gaven steeds minder Nederlanders aan slachtoffer van misdaad te zijn. In 2021 was dat 17,1%. Bron: CBS
  • 4/4
    Steeds meer mensen vinden het moeilijk om een geschikte woning te vinden omdat de huizenprijzen zo sterk stijgen. Bron: CBS

‘Met asociaal doen maak je de stad niet fijner’

Grace uit Rotterdam is kinderambassadeur van Werelddoel 11: leefbare, duurzame steden.
  • Je woont zelf in een grote stad. Vandaar dit doel?
  • ‘Ja. Ik wil graag dat Rotterdam duurzamer wordt. Sommige kinderen gooien hier nog steeds afval op de grond. Ik zeg daar wat van. Soms zeggen kinderen dat ik obsessed ben, maar ik vind het gewoon belangrijk. We hebben geen tweede aarde. Iedereen zou dit belangrijk moeten vinden.’
  • Wat zou jij veranderen in je stad als je burgemeester was?
  • ‘De CO2-uitstoot moet omlaag. Meer mensen moeten gaan fietsen of met het openbaar vervoer. Ik woon op het Noordereiland, maar ik kom ook veel in het centrum. En daar zie ik nog zoveel verkeer. Ik heb een vriendin met astma, die heeft best wel last van de vervuilde lucht hier. Nog meer groen zou ook goed zijn.’
  • Wat kan de gemeente of regering verder doen voor dit doel?
  • ‘Kinderen en volwassenen moeten meer leren over het milieu. Op school hebben we elk jaar een project waarbij we een kunstwerk maken. Dat ging nu over recyclen. Zulke projecten moet elke school hebben. En we kunnen mensen beter helpen bij het scheiden van afval. Wij hebben recyclebakken, maar ik ken ook plekken waar al het afval gescheiden wordt opgehaald. Dat maakt het makkelijker voor inwoners.’
  • En wat kunnen inwoners zélf doen?
  • ‘Minder de auto nemen, of als je het kunt betalen een elektrische auto kopen. En aardig tegen elkaar zijn. Ik ken kinderen die best wel asociaal doen, en soms bijvoorbeeld racistisch. Daarmee maak je de stad niet fijner. En je wordt er zelf ook echt niet blijer van.’